vrijdag 29 juni 2007

Met de barbecue terug in de tijd

In het begin van het Neolithicum (ongeveer 500.000 jaar geleden) worden twee ontdekkingen gedaan in barbecue-techniek die de geschiedenis van de mensheid verregaand zullen beïnvloeden:
Ten eerste de ontdekking van het vuur. Dit is een wezenlijke ontwikkeling die de dagelijkse Salmonellavergiftiging van de Holenmens-familie aan banden legt. De effecten zijn vooral te zien in de door archeologen teruggevonden versteende uitwerpselen van voor deze tijd.
Ten tweede de uitvinding van het vleesmes ofwel vuursteenmes. Het is nu mogelijk om het vlees voor de barbecue te ontdoen van de huid en het in stukken te snijden, waardoor het mogelijk was in binnen een kortere tijd het gehele dier gaar te roosteren.

Ook de enige jaren later uitgevonden tandenstoker is een belangrijke stap in de goede richting.
De grotschilderingen van Lascaux (15.000 jaar geleden) worden gemaakt met als penseel de afgekloven botten van een bijzonder geslaagde barbecue en als pigment de houtskool en het vet van net verorberde runderen en herten. Deze tekeningen geven een duidelijk beeld welke dieren destijds bij voorbaat geschikt waren voor de barbecue.
Rond 8.000 jaar geleden (6.000 v.C.) heeft men er meer dan genoeg van om continu achter het vlees aan te rennen en besluit men door domesticatie het vee in het vervolg dichtbij te houden.

Ongeveer 5.500 jaar geleden begint de geschreven geschiedenis met een in spijkerschrift opgesteld recept voor geroosterde Zebradijen met knoflook en peterselie, geschreven door de Sumerische barbecuemeester Oeroek XIV.
Achilles (Homerus' Ilias, boek 9) besluit om ongeveer 1200 jaar v. C. met zijn goede vrienden Odysseus en Ajax een barbecue te houden op het strand van Troje. Achilles voelt zich de volgende dag zo goed dat hij de Trojaanse held Hector aan stukken hakt, het lijk achter z'n karretje hangt en ermee een paar rondjes om de stad rijdt.
In 64 na Christus wordt door Keizer Nero in Rome gedemonstreerd wat het gevaar is van een overdaad aan spiritus of alcohol bij het aanmaken van de barbecue: ongeveer 2/3 van de stad gaat helaas in vlammen op..
In de dertiende eeuw na Christus blijkt men bij de Spaanse inquisitie meer geïnteresseerd in het roosteren van personen met een andere geloofsovertuiging dan in het ontspannen in de achtertuin met een glaasje Rioja (Een wijn uit het noordwesten van Spanje die door zijn uitgesproken, volle smaak en lichtzoete, fruitige afdronk lekker wegdrinkt bij de barbecue).
In de 17e eeuw teisteren rond de Caribische eilanden piraten of boekaniers van inheemse afkomst de wilde zeeën en roosteren vooral varkens op een manier die barbecuen waarschijnlijk zijn naam geeft. Deze Taino-indianen beweren rond die tijd het woord te hebben uitgevonden: Barabicu = het heilige vuurbed. Ik vermoed dat hier ook de misvatting vandaan komt dat barbecuen rituele vleesverbranding is.

Geen opmerkingen: